George van der Held
De A.V.A.
George van der Held (1892-1952)
Het was 1935, George had een afspraak in Kediri. Het regende pijpenstelen, de weg ernaartoe was lang, modderig en gevaarlijk. Hij zag geen hand voor ogen. Toch was het van groot belang dat hij aanwezig was op de vergadering van de toekomstige vliegvereniging. Zijn op te richten reisbureau zou er deels van afhankelijk zijn. Het moet koste wat het kost doorgaan, dacht hij.
Nadat George zijn auto geparkeerd had bij het residentiehuis liep hij naar binnen en werd ontvangen door de resident, Nicolaas Wilhelmus van Hartingsveldt. Ook de voorzitter van de vliegclub van Soerabaja was al aanwezig. De voorzitter opende de map met gegevens, die George had aangeleverd. Er volgde een lange stilte. Het werd ongemakkelijk.
Gelukkig kwam net de bediende met de koffie binnen. Langzaam werden de kopjes voor de desbetreffende personen neergezet. Nadat de koffie geserveerd was, nam de voorzitter het woord. “Je plannen zijn goed George. Vooral het idee om een multifunctionele luchthaven te maken is ambitieus. De combinatie van zweefvliegen, sportvliegen en de aanleg van voorzieningen voor vluchten van de K.N.I.L.M is aanlokkelijk. Uiteindelijk is het de bedoeling dat het een internationale luchthaven wordt. Maanden van overleg hebben ertoe geleid dat de resident en ik een beslissing hebben genomen.”
De resident nam het woord over. Hij schraapte zijn keel en sprak met een aardappel in zijn mond: “Waarde heer Van der Held,” begon hij, “de plannen zijn van meer dan uitstekende kwaliteit! Maar ik heb het gevoel dat de kosten van deze onderneming voor het gouvernement te hoog zullen worden.” George was hierop voorbereid en onderbrak de resident: “Meneer de resident, de kosten zullen worden opgevangen door rondvluchten die tegen betaling aangeboden gaan worden. Daarnaast willen we een vliegfonds oprichten, betaald door mensen die genoeg geld hebben om een eigen vliegtuig te kopen. Zij storten naast het geld voor het vliegtuig, ook een bedrag voor de aanleg van het vliegveld.
Samen met de bedragen die het gouvernement beschikbaar stelt, moeten de kosten aardig binnen de perken kunnen blijven.” Beide andere mannen knikten en waren overtuigd. Het is nu nog een kwestie van tijd, dacht George. Na de borrel vertrok hij en reed terug naar Soemberdadi. Het was inmiddels droog geworden.
Een paar maanden later vertrok de familie naar Holland. Het vliegveld werd in 1936 aangelegd. Pas in 2020 zijn er plannen gemaakt om er een internationale luchthaven van te maken.
George was trots op zijn vliegveld in Kediri. In Amersfoort aangekomen wilde hij zijn ideeën voor een zweefvliegtuigfabriek en vliegveld ook doorzetten. Het vliegveld zou gebruikt kunnen worden voor rondvluchten en eventueel georganiseerde reizen door de MANIT.
De heren Vermeys, Van Dam en Van der Held zaten op het kantoor van de garage aan de Barchman Wuytierslaan. Enige dagen daarvoor hadden zij besloten het A.V.A. (Aero Vereniging Amersfoort) terrein aan de Leusder Heide over te nemen en voorlopig opnieuw in te richten als zweefvliegveld. Door contacten van George met de militaire leiding, konden ze gebruik maken van het militaire oefenterrein daar. Wekelijks, soms bijna dagelijks kwamen de mannen bij elkaar om de plannen uiteen te zetten. Het moest niet alleen een vliegveld met lier en hangar worden, maar George en Jan Willem wilden ook een productielijn van zweefvliegtuigen opzetten.
Er waren al contacten gelegd met een Duitse fabrikant, die het geraamte van de romp van het vliegtuig zou gaan leveren. De vleugels moesten zelf ontworpen en gefabriceerd worden. George had alles al ontworpen en op papier gezet. De vrijwilligers van de vereniging hadden de schone taak om de prototypen te produceren. Het eerste zweefvliegtuig kreeg de naam PH-64 RRG Zögling. George vond het nog wel een lomp toestel. Zijn voorstel was dan ook om geheel zelf een toestel te ontwerpen en te produceren. Dat toestel zou dan moeten zorgen voor de inkomsten van de vereniging. Om leden te werven werden regelmatig bijeenkomsten gehouden in het gebouw van de herensociëteit Amicitia. Het eerste toestel van de A.V.A. stond daar tentoongesteld en George hield een praatje met lichtbeelden. Dat alles voor de prijs van 25 cent. Het leverde de vereniging extra leden en donaties op.
De Indische Courant, 25 mei 1935
Het gebouw van Amicitia in Amersfoort
In 1937 waren de productiehal en de hangar klaar. Geheel nieuw gebouwd en voorzien van de modernste machines en gereedschappen.
In datzelfde jaar werd begonnen aan het eigen toestel van de A.V.A., de PH52 Schleiger Anfänger. Een sierlijk en wendbaar toestel, volgens George.
George was extra vroeg naar het vliegveld gekomen. Hij moest zijn vijfde oefenvlucht maken. Dat was nodig om zijn brevet te verlengen. Eerst een evenwichtsoefening. Dat moet toch kunnen, dacht George. De vorige oefeningen liepen gesmeerd. Het toestel werd aan de lier gekoppeld en George stapte in.
Het was muisstil in de cabine. Alleen zijn eigen ademhaling was hoorbaar. De evenwichtsoefening hield in dat het toestel over het gehele veld werd getrokken, zonder de lucht in te gaan. Dit kon alleen gebeuren als de autolier een niet al te hoge snelheid zou bereiken. George zag de vlaggenist het sein voor vertrek geven. De kist kreeg ineens een enorme snelheid. De piloot vloekte en tierde, maar het hielp niet.
Het toestel kwam met een enorme schok van de grond en zweefde enkele meters boven moeder aarde. Zonder na te denken trok George aan de knuppel. Het toestel zakte als een baksteen naar beneden. Dit was het dan, fitste door zijn hoofd. Hij bedacht zich niet en vlak boven de landingsbaan wierp hij zich uit het toestel. Het werd zwart voor zijn ogen.
Toen hij bijkwam was het muisstil om hem heen. Een bijtende pijn in zijn onderarm deed hem beseffen dat hij niet in de hemel was. Later in het ziekenhuis, in tegenstelling zoals het in de krant stond, bleek dat zijn pols gebroken was. Het had erger gekund. Van het toestel was niets meer over. Het vliegbrevet mocht George behouden en werd verlengd. Onderzoek had aangetoond dat de schuld bij de lierman lag.
De Hangar van de A.V.A.
Nog een droom van George ging in 1938 in vervulling. De verbinding tussen Kediri en Amersfoort kon gerealiseerd worden door de aankoop van een transportvliegtuig, een driezitter met plaats voor de opslag van post. De bedoeling was om met dit vliegtuig regelmatig naar Indië te vliegen. Helaas is het daar nooit van gekomen. Na de Duitse inval kon er niet meer gevlogen worden. Het toestel werd in 1941 verkocht aan de heer Sipkes te Rijswijk, voor een aanzienlijk bedrag.
Helaas voor de nieuwe eigenaar werd het toestel onmiddellijk door de Duitsers in beslag genomen, vanwege het ontbreken van een transportvergunning. Hier kwam George goed mee weg. Wel kreeg de ongelukkige eigenaar een schadevergoeding van 86.296 gulden, uitgekeerd door Feldluftpark Holland.
De bruikbare onderdelen werden van het toestel gehaald en het overgebleven gedeelte werd verschroot. George heeft vanaf 1938 nog vele vluchten gemaakt boven Holland. Regelmatig kreeg hij een boete als hij weer eens te laag over zijn huis vloog. De buurtgenoten konden het niet zo waarderen en dienden dan een klacht in bij de politie. Het kon de piloot niet zoveel schelen. Het zwaaien vanuit het vliegtuig naar de familie, die vanuit het raam terugzwaaide, was hem goud waard. Hij had de boete er graag voor over.
George geeft uitleg aan de heren van de club
Vliegbrevet A
Eindhovens dagblad 26 juni 1937
De PH52 Schleiger Anfänger
De Havilland DH 80A Puss Moth
Op vrijdag 5 augustus 1938 stond de PH-JAO klaar op Schiphol voor een vlucht naar Texel. George en vriend van Dam wilden van deze prachtige zonnige dag gebruik maken om een heerlijk vlucht naar het eiland te maken. George vroeg de twee mecaniciens Bierman en Kramer, die in het gras van de luchthaven hun boterham zaten te eten, om de motor van het toestel aan te slingeren. Snel kwamen ze aangelopen en startten de motor.
Het kabaal was overweldigend. Bierman schreeuwde, om boven het motorgeluid uit te komen, of hij kon helpen met het taxiën. Ondanks dat de bocht heel krap was en dat er meerdere vliegtuigen aan de rand van het gras stonden opgesteld, vond de eigenwijze piloot dat niet nodig. Intussen was Van Dam naar de toren gelopen om hen te melden dat ze de vlucht naar Texel wilden inzetten. George gaf een ruk aan de gashendel en het vliegtuig begon te rijden. Met een aardige vaart ging het vliegtuig de bocht om, maar natuurlijk net te krap.
De tip van de vleugel raakte één van de opgestelde vliegtuigen en beschadigde het linkerroer van de PH-APO. Wederom kwamen de mannen aangerend en bekeken de schade. George was intussen uitgestapt en vroeg of het meeviel. Waarop Bierman geïrriteerd antwoordde: “Dat kunnen we pas zien, als we een taxatierapport hebben opgemaakt”. “Stuur me maar een rekening”, zei de boze George, die natuurlijk de schuld van het ongeluk gaf aan de onnozelen, die de vliegtuigen daar hadden neergezet.
De kist van George was onbeschadigd en kon de tocht naar Texel hervatten. Nadat Van Dam ook weer was ingestapt, gaf George vol gas en schoot het vliegtuig het luchtruim in.
Rapport van de luchtvaartdienst
Copyright © All rights reserved Bart van der Held
De inhoud van deze pagina mag niet gereproduceerd of gekopieerd worden, zonder de schriftelijke toestemming van de familie van der Held
COPYRIGHT
Deze website is het geestelijk eigendom van
de Stichting Nederlands-Indië & de Indische Verhalentafel
De inhoud van deze website mag niet gereproduceerd of gekopieerd worden, zonder de schriftelijke toestemming van de Stichting Nederlands-Indië.
Copyright © All rights reserved Stichting Nederlands-Indië
&
De Indische Verhalentafel