Drie generaties op Java
Kim Nieuwenkamp
Je zou het niet zeggen met mijn blonde haar en groene ogen, maar toch zijn er drie generaties, die op Java woonden, in mijn directe familie.
Mijn moeder is namelijk in Bandung, het voormalige Nederlands-Indië, geboren en dit is haar verhaal:
Het verhaal begint op 20 juli 1908, wanneer mijn overgrootvader Willem Bakker, geboren in Amsterdam op 22 mei 1887, zich vrijwillig aanmeldt bij het Nederlandse leger. Hij verbindt zich 10 jaar aan het 11e regiment Infanterie als soldaat met stamboeknummer 9194. Er zal een premie van 10 gulden betaald worden voor elk jaar dat hij in werkelijke dienst blijft (notitie in het stamboek). Ook wordt er een aantekening gemaakt en ik quote ”is behept met rechter lieswands dunheid”.
Op 24 december van dat jaar wordt hij gepromoveerd tot korporaal.
Ergens tussen 1908 en 1910 leert hij zijn aanstaande vrouw kennen, de in Nijmegen op 27 september 1883 geboren Johanna Maria Helena Smeman.
In het register is te zien dat Willem op 22 juli 1910 in reserve wordt geplaatst en hij trouwt dan met zijn 4 jaar oudere Johanna op 7 oktober 1910 in Nijmegen.
Op 7 september 1912 wordt hun eerste kindje in Nijmegen geboren, een dochter die de naam Albertina Johanna Geertruida krijgt. Zij zal de roepnaam Tine krijgen.
Er volgt nog een overplaatsing naar het 22e regiment infanterie op 1 april 1913. Vervolgens gaat hij in werkelijke dienst op 2 juni 1914. Na nog een keer in reserve te zijn geplaatst breekt op 28 juli 1914 oorlog uit in Europa, wat later de Eerste Wereldoorlog of De Grote Oorlog zal worden genoemd, maar waarbij Nederland gelukkig neutraal kan blijven.
Willem wordt wel op 1 Augustus 1914, met de ophanden zijnde mobilisatie, in werkelijke dienst geplaatst. Johanna is op dat moment hoogzwanger van haar tweede kindje en bevalt op 17 november 1914, wederom van een dochter die de naam Geertruida Christina Johanna krijgt. Zij zal verder als Trudy door het leven gaan.
Op 28 maart 1915 wordt hij wederom gepromoveerd en wel tot sergeant en gaat hij op 8 april 1916 een zes-jarige verbintenis aan als Sergeant van het 22e regiment infanterie bij de Koloniale Troepen, zowel in als buiten Europa en hij krijgt hier een premie voor van 400 gulden.
Willem behoorde niet tot de grootste der aarde met zijn 1.668m zoals geregistreerd, maar hij wordt toch naar Nederlands-Indië gezonden. Op 21 juni 1916 vertrekt Willem samen met zijn bataljon vanuit Amsterdam met het ss Prinses Juliana van de Stoomvaart Maatschappij Nederland naar Batavia via het Suez kanaal.
Johanna en de twee dochters reizen ook in 1916 naar Nederlands-Indië of dit samen met Willem is, is niet bekend.
Voor zover bekend, is het leven in Indië goed en voorzien van vele gemakken. Er wordt een verzoek gedaan door Willem om overgeplaatst te worden naar Bandung of Tjimahi en het wordt uiteindelijk Bandung.
Op 9 december 1921 is er gezinsuitbreiding en ziet hun zoon en tevens laatste kindje Willem jr. het levenslicht. Willem sr. krijgt jaarlijks verlof en hij keert met het gezin op het ss Jan Pieterszoon Coen op 12 mei 1923 van Batavia terug naar Amsterdam, een reis die 1 maand in beslag neemt wanneer hij op 15 juni 1923 aankomt. Op 20 oktober van dat jaar reist de familie weer terug vanaf Rotterdam per ss Tjerimai.
Er is geen enkele reden om terug te gaan naar Nederland en als op 8 april 1922 de gelegenheid zich voordoet om bij te tekenen, engageert Willem zich voor nog eens 6 jaar in de tropen en wordt hij aangesteld als sergeant-majoor administratieve dienst.
De drie kinderen groeien op als echte Indische kinderen, maar aangezien er geen Indisch bloed in hun aderen vloeit worden ze gezien als echte totoks behorend tot de elite van de kolonie.
Helaas komt aan dit goede leven een einde nadat er door het regiment op 23 maart 1927 besloten wordt dat Willem “wegens lichamelijke ongeschiktheid voor de verdere waarneming van de militaire dienst in Nederlands-Indië bestemd te worden teruggezonden naar Nederland”. Zoals dit in de militaire eenheden gaat worden er geen doekjes om gewonden en wordt Willem uiteindelijk terug naar Nederland gestuurd op 27 april 1927 per ss Indrapoera.
Het Indische verhaal zou hier kunnen eindigen, ware het niet dat de oudste dochter Tine absoluut op Java wilde blijven. Ze was slechts 14 jaar en 7 maanden maar was vastbesloten, ze ging niet mee terug met vader en moeder naar Nederland alhoewel ze er geboren was. Ze voelde zich senang in Indië en wilde haar leven daar verder opbouwen. Vader en moeder Bakker stemden toe, en dat was ook de reden dat ze pas in 1928, toen Tine de leeftijd van 16 jaar had bereikt, definitief terug naar Nederland gingen. Er was namelijk wel één grote voorwaarde aan verbonden als Tine in Indië wilde blijven en dat was trouwen met een Nederlander.
Die Nederlander werd gevonden en dat was de negen jaar oudere Pieter Gerrit Ottema, die ook in Bandung woonde en was de op 21 november 1903 in Groningen geboren zoon van Nicolaas Johan Ottema (ambtenaar bij de Nederlandse Spoorwegen) en Bertha de Mooij. Bekend is dat Pieter op 12 januari 1929 met het ss Tjerimai van Rotterdam naar Batavia reisde maar of dit de eerste reis naar Nederlands-Indië was is niet bekend.
Mijn grootvader Pieter Ottema werkte bij Ford in Bandung en was door zijn goede connectie met Lorens auto’s vanuit Nederland naar Bandung gestuurd om bij Ford te gaan werken. Hij was daar Technisch medewerker van de Ford verkoopafdeling.
Tijdens de Japanse bezetting wordt Oma Tine als inwoner van Bandung al snel geïnterneerd in het vrouwenkamp in Tjihapit, waar ook Corry Vonk de oorlog heeft moeten doorbrengen. Opa daarentegen wordt tewerk gesteld op de rijstvelden waar niet veel meer over bekend is. Wel is bekend dat oma met gevaar voor eigen leven tomaten haalde voor kinderen in het kamp, zodat die wat gezonde voeding kregen. Na de capitulatie van de Japanners op 15 augustus 1945 keren zowel Tine als Pieter terug naar hun huis in Bandung.
Op 10 februari 1946 komt overgrootmoeder Johanna Bakker-Smeman te overlijden in Nijmegen. Wanneer mijn overgrootvader is overleden heb ik niet kunnen achterhalen, maar dat zal ook wel in Nijmegen zijn geweest.
Pieter en Tine woonden in een mooi huis in Bandung aan de Naripanweg 7 (hedendaags J.L Naripan) waar nu een dansschool is gevestigd. Mijn omaTine krijgt veel miskramen deels waarschijnlijk door de ontberingen van de oorlog en deels door de wat primitievere zorg in de ziekenhuizen tijdens de verschrikkelijke Bersiap-periode en de nasleep daarvan. Ze besluiten dan ook, wanneer Tine weer zwanger wordt, om het kindje in Nederland te laten geboren worden waar de zorg op een hoger niveau is.
Tine reist op 15 januari 1947 van Tandjok Priok met het m.s Sibajak naar Nederland en komt op 9 februari 1947 in Rotterdam aan. Vanwege zijn werk komt Pieter een aantal maanden later en vertrekt op 19 mei 1947 met het s.s Nieuw Holland uit Batavia. Het schip dokt op 19 juni 1947 in Rotterdam aan in de haven drie dagen voor de geboorte van hun eerste dochter, genaamd Inge die op 22 juni 1947 het levenslicht ziet.
Aan Nederlands-Indië en de onafhankelijkheidsstrijd komt eind 1949 een einde en wordt de staat Indonesië een feit. Het kersverse gezin keert terug na het verlof met de kleine Inge en Pieter hervat zijn werk bij Ford in Bandung.
Op 17 maart 1950 wordt mijn moeder Mady Ottema geboren. Wat de reden is weet ik niet maar mijn moeders geboorte is niet bij de gemeente aangegeven en er bestaat dus geen geboorteakte. In 2019 ben ik nog met mijn moeder terug gegaan naar Indonesie en met name Bandung. Mama wist niet hoe het ziekenhuis heette waar ze geboren is dus konden we ook geen informatie meer achterhalen.
Opa en oma hebben op een gegeven moment ook nog in Lembang gewoond maar meer informatie is daarover jammer genoeg niet bekend.
Voor Indische Nederlanders (totoks, Indo’s en anderen die geen Indonesiër willen worden) wordt het steeds moeilijker om in Indonesië te blijven. Terwijl iedereen in Nederland op Sinterklaas avond (5 december 1957) vrolijk cadeautjes aan het uitpakken is en gevulde speculaas aan het eten is, wordt de Sinterklaasviering in Indonesië omgeven door een zwarte rand. Deze gebeurtenis zou later dan ook bekend worden als “Zwarte Sinterklaas”. En alsof het een Sinterklaas surprise betrof, horen de 50.000 nog in Indonesië verblijvende Nederlanders op die dag, dat ze Indonesië z.s.m. moeten verlaten als officieel ongewenste vreemdelingen verklaard. Van een echt ontspannen feestje is dan geen sprake meer.
Lange tijd waren er al spanningen in Indonesië en de haat tegen de Nederlanders was hoog opgelopen. Toch had niemand van de Nederlandse gemeenschap erop gerekend dat ze echt weg zouden moeten. Voor Albertina, Inge en Mady komt een einde aan hun jeugd en leven in Nederlands-Indië/Indonesië als ze definitief vaarwel zeggen en uiteindelijk inschepen op het ms Roma dat op 8 januari 1958 uit Djakarta/Tandjong Priok vertrekt en op 30 januari in Genua aankomt voor de laatste etappe, de treinreis naar Nederland. Mijn moeder herinnert zich nog dat ze de bootreis als heel (positief) spannend heeft ervaren en de bittere kou in Nederland. De familie werd opgevangen in Brabant in Budel. *
Pieter die zijn werk bij Ford nog moet afronden volgt een jaar later.
Oma Tine overleed in 1978 of 66 jarige leeftijd en heb ik haar jammer genoeg niet gekend. Mijn opa Pieter overleed in 1983.
Kim Nieuwenkamp, november 2021
* Op de website van het Nationaal archief vinden we de volgende passage die betrekking heeft tot de opvarenden van de Roma :
In januari 1958 is een tiental gecharterde schepen op weg naar Nederland. Er zijn veel bedden nodig en het ministerie van Defensie stelt 2000 bedden in de legerplaats Budel ter beschikking. Op 30 januari worden de schepen ‘Roma’ en ‘Himalaya’ in Rotterdam verwacht. De passagiers zullen naar Budel worden gebracht.
Klik op de foto om te vergroten
Klik op de foto om te vergroten
Oma Albertina bij aankomst in Nederlands-Indië in 1916
Trouwfoto van Pieter Gerrit Ottema en Albertina Johanna Geertruida Bakker
Willem Bakker jr.
Geboren 09.12.1921
Het voorjaar van 1952 met
Links de 2 jarige Mady, Midden Oma Tine, Rechts de 4 jarige Inge
Geertruida (Trudy)
Albertina (Tine)
De laatste reis terug naar Nederland van mijn overgrootouders
Tine blijft op Java
COPYRIGHT
Deze website is het geestelijk eigendom van
de Stichting Nederlands-Indië.
De inhoud van deze website mag niet gereproduceerd of gekopieerd worden, zonder de schriftelijke toestemming van de Stichting Nederlands-Indië.
Copyright © All rights reserved Stichting Nederlands-Indië
&
De Indische Verhalentafel