George van der Held
De Indische Jaren
George van der Held (1892-1952)
Op 18 september 1920 vertrok Netty met de Pieterzoon Coen van Amsterdam naar Batavia. George was al eerder naar Bodeg, de onderneming van zijn ouders te Klaten, vertrokken. Jeanet Elisabeth, zoals Netty voluit heette, reisde alleen op het schip. Ze zou haar George binnen enkele weken ontmoeten in Klaten. Natuurlijk had ze hem al eerder gezien, maar echt kennen deed ze hem nog niet. Ze was erg benieuwd hoe haar toekomstige echtgenoot in werkelijkheid zou zijn. Zou hij lief zijn? dacht ze. Dat was voor haar verreweg het belangrijkste. Ze wist natuurlijk wel dat hij jaren alleen had geleefd en een stoere militair was. Het was dus afwachten voor haar. Nadat de boot de sluizen van IJmuiden had verlaten, koos het vaartuig het ruime sop.
In Singapore werd een tussenstop gemaakt. Netty genoot van de prachtige stad. Ze liet zich door een fietstaxi door de stad rijden. Vooral de Europese buitenwijken met witte, statige gebouwen bevielen haar. Na een paar uur ging de jonge onderwijzeres weer aan boord om de reis richting Batavia voort te zetten. Daar aangekomen liet ze de koffers en de reiskisten van boord halen door dragers. Hiervoor betaalde ze het bedrag van één gulden en twintig cent. Netty vond dat erg veel voor een koelie. Maar ja, het was niet anders, dacht ze. Voor het eerst van haar leven was ze in Batavia.
In het hotel aangekomen moest ze wachten tot schoonpapa de volgende dag arriveerde. Batavia was prachtig, ze genoot van de grote, witte koloniale paleizen en grote huizen. Ze had nog gedacht om wat te winkelen, maar dat durfde ze zonder man toch eigenlijk niet aan. Die nacht kon ze niet slapen. Het was ook wel erg spannend om haar man en haar schoonouders te ontmoeten. Een felle hoofdpijn trof haar die nacht. De volgende ochtend, na het ontbijt, stond haar schoonvader ineens voor haar neus. Hij schudde haar de hand. Erg veel woorden kwamen er niet uit. Met de taxi snelden ze naar het station en vonden een plaatsje in een overvolle coupé. De reis verliep voorspoedig, maar vrij zwijgzaam.
De Pieterzoon Coen in de sluis van IJmuiden,
op weg naar Batavia
In Jogjakarta aangekomen zag ze de prachtige, zwarte auto met chauffeur al staan. De inlandse chauffeur laadde de koffers en kisten in. Netty was inmiddels al achterin de bolide gaan zitten. Johan George nam plaats naast de chauffeur. Hij vertelde dat Tjal, haar jongste broer die als getuige bij de trouwerij zou zijn, al op Bodeg gearriveerd was.
De tocht naar Bodeg was schitterend. Ze reden door prachtige natuurlandschappen, over mooie bruggen, langs kronkelige kali’s en prachtig gesitueerde suikerondernemingen met schitterende tuinen. In de avond arriveerden ze bij de Bodeg onderneming. De koplampen van de auto waren tijdens de rit kapot gegaan. Gelukkig kon de bediende, die op de treeplank zat, met een lantaarn bijlichten. Hierdoor kon Netty de lange oprijlaan, waarlangs hoge bomen stonden enigszins zien.
In de verte doemde het enorme witte huis met veranda op. Toen de auto stilstond zag ze een lange, dunne man naar buiten komen. Dat was George! Wat was hij knap, dacht ze. De deur ging open en George tilde haar uit de auto. Netty voelde zich als een veertje. Hij bracht haar naar de kamer, waar hij als kind was opgegroeid. De kamer was gezellig en stond vol bloemen. Ze was op slag verliefd op die knapperd. Ze babbelden veel en dronken de hele avond wijntjes.
George was erg lief, evenals zijn ouders. De ontvangst had niet beter kunnen zijn. Ze wist zeker dat ze met deze man wilde trouwen. Het huis was groot en prachtig ingericht. De vele bedienden zorgden ervoor dat je niks tekort kwam. Soms benauwde haar dat wat. Je was eigenlijk zelden alleen. De muziekkamer, met vleugel, was haar favoriet. Ook was het heel fijn om Tjal weer te ontmoeten. Ze wandelden veel door de prachtige tuin. Je kon er uren doorbrengen. De exotische planten waren overweldigend om te zien.
Op 20 december 1920 trouwden George en Netty te Klaten. De familie had een grote, witte auto gehuurd en het huis geheel in de bloemen gezet. Netty was zeer onder de indruk van dit alles.
George en Netty getrouwd
Na een hamerslag van de ambtenaar, was het stel getrouwd en gingen zij terug naar Bodeg. Daar aangekomen ontvingen ze enige gasten. Tijdens het diner kon George niet veel eten. Het was sowieso geen grote eter, maar dit maal was hij ook zenuwachtig voor de huwelijksreis die hen te wachten stond.
De volgende ochtend vertrokken zij met de auto naar Djokja en namen hun intrek in het Grand Hotel. Een in die tijd welbekend logeeradres, voorzien van alle luxe. Het pasgetrouwde stel deed inkopen in de stad. George kocht voor Netty een zijden sjaaltje. Voor hemzelf werd er vrijetijdskleding aangeschaft. George hield van mooie pakken, maar hij had maar weinig luchtige kleding om buiten het werk om te dragen. Netty wist er wel raad mee en zocht het een en ander voor hem uit.
De volgende morgen vervoegde Tjal zich bij het jonge stel, om om zeven uur te vertrekken naar de Borobudur. De Boedistische tempel lag op veertig kilometer van Djokjakarta, niet ver gelegen van de Merapi, de actiefste vulkaan van het land.
Toen Netty en George terugkeerden op Bodeg, was het huis, dat Johan George voor hen had ingericht, gereed. Het was een prachtige woning met veranda. Alles was nieuw, van vloerbedekking tot aan de gordijnen. De meubels waren in Djokja gekocht en per vrachtwagen overgebracht. Zelfs een prachtig glimmende zwarte vleugel was in de huiskamer gepositioneerd.
Nadat de mooie wittebroodsweken voorbij waren gevlogen, kreeg George een baan als technicus bij Bodeg cacao. Daarnaast moest de net afgestudeerde ingenieur het bedrijf runnen als zijn vader afwezig was. Het zou een mooie oefening zijn ter voorbereiding op de toekomstige eigen onderneming van George. Hoewel de jongeman daar eigenlijk niets voor voelde, wilde hij zijn vader niet teleurstellen. Samen met de Indische opzichter van de plantage werd hij gewezen op alle kneepjes van het vak als planter; hoe je koffieplanten moest snoeien en bemesten, wanneer en hoe je het best kon oogsten, maar vooral hoe je goede arbeiders kon vinden om de oogst binnen te halen.
Aan het technische werk kwam hij niet erg toe. Zijn vader vond het belangrijk dat hij een goede planter zou worden. Johan George had speciale methodes ontwikkeld om cacaobonen te drogen en langdurig op te slaan, zonder dat de bonen gingen schimmelen. De volgzame zoon had erg veel respect voor zijn vader. Wat een kennis had die man, dacht de technicus, terwijl hij droomde van het sleutelen aan de machines, die in de bedrijfshal stonden.
Grand Hotel Djokja rond 1920
Logo van het briefpapier van Hotel Djokja
Netty had zich intussen het sociale leven op de onderneming eigen gemaakt. Samen met de vrouwen van de vele Nederlandse werknemers zette zij een tenniscompetitie op. Natuurlijk nuttigden zij altijd een drankje na afloop van de wedstrijd. George en Netty zagen elkaar alleen in de avonduren.
Johan George legde aardig wat druk op de jongeman. Toch kwam het stel al snel in aanraking met het galaleven van Nederlands-Indië. George in uniform en Netty gekleed in de mooiste jurken, verpoosden zij op de drukbezochte feestelijke bijeenkomsten. Na de aanschaf van hun eerste Fordje, werd de wereld wat groter voor het stel. Vanaf dat moment konden ze ook bezienswaardigheden en verafgelegen kennissen en vrienden bezoeken. Netty kon zich door het land laten rijden, om de tenniscompetitie uit te breiden met andere ondernemingen. Er ontstond een aardig netwerk van clubs en competities.
Na de geboorte van Ino, in 1924, moest Netty wat rustiger aan gaan doen. Ze bleef meer op de onderneming en hield zich vooral bezig met het instrueren van de bedienden en het luieren op de veranda. In 1926 kwam hieraan een einde. Johan George was inmiddels naar Nederland vertrokken. Dat was de kans voor George om een eigen leven te beginnen. In 1926 solliciteerde hij naar de functie van eerste machinist bij de suikeronderneming Badas, te Kediri. Na wat aanbevelingen van zijn vader werd hij daar aangenomen. Zijn salaris was 450 gulden, dat is tegenwoordig ongeveer een kleine vierduizend euro, dat was vrij veel voor een beginnende werknemer. Ook was aan het salaris een ‘aandeel van 3/5% van de winst der Amsterdamse Handelsvereniging’ gekoppeld. Dat ging om een aanzienlijk bedrag.
Bij de laatstgenoemde vereniging werd ook het pensioen opgebouwd. Ook werd kosteloos een ongemeubileerde woning toegewezen. Netty en George betrokken ‘den Eersten Machinistenwoning’ op de onderneming.Het gezin vertrok naar Kediri en settelde zich in een prachtig koloniaal huis. Hier voelde George zich thuis.
Suiker onderneming Badas
De suikercampagne was net begonnen. Het door de koelies geoogste suikerriet werd met karren vol aangevoerd. De koelies werden onderbetaald en maakten lange dagen. George had het daar moeilijk mee, maar wat kon hij eraan doen? De machines van de suikerfabriek draaiden op volle toeren. Met de onderhoudsmonteurs en de tweede machinist, liep hij door de fabriek voor een inspectieronde. De weeë geur van de suikerproductie omgaf de heren de hele dag. Je wende eraan. Dit was het beroep waar George voor opgeleid was. Het was hard werken, maar gevoel om de machines te beheersen, gaf hem een goed gevoel.
Na een half jaar werken kreeg George het idee om, naar voorbeeld van andere fabrieken, bij de H.V.A. een kalkoven aan te schaffen en te installeren. De fabriek leverde nog altijd bruine rietsuiker. Door de toevoeging van gebluste kalk aan de ruwsappen, ontstond er na het centrifugeren van de diksappen een gelig witte suiker. Na het drogen, was de suiker hagelwit. De gebluste kalk ontstond door verhitting van ongebluste kalk in de kalkoven en was onschadelijk voor de gezondheid. Beter dan dat zijn voorouders dat deden; de opa van George had een loodwitfabriek, waar loodwitverf onder andere werd gebruikt om de suiker wit te maken. De suiker werd op die manier een zeer ongezond product.
Nadat George bij de administrateur had aangegeven dat hij wilde gaan voor de aanschaf van de kalkoven, kreeg hij twee maanden na het verzoek, toestemming van de H.V.A. voor de aankoop van de kalkoven. De oven werd aangekocht bij machinefabriek Stork. De installatie van de oven beschouwde hij als zijn meesterwerk. Vanaf 1927 leverde Badas witte suiker aan Holland.
Het eerste contract bij de suikeronderneming Badas
In datzelfde jaar werd Sim geboren. Sim was vernoemd naar zijn overgrootvader Simon. Netty noemde de nieuwgeborene ‘Simmie’. Dat bleef er jaren in bij de familie.
Hoewel George nog op de onderneming van Badas werkte, was de familie inmiddels verhuisd naar onderneming Soemberdadi, in de buurt van Kediri. Het huis was veel mooier en groter. Netty vond het huis op Badas te klein. De handelsvereniging ging akkoord en kort voor de geboorte van Sim vond de verhuizing plaats. Een schitterende koloniale administrateurswoning met goede luchtventilatie. Hoewel er volgens Netty hierdoor weinig ruimte overbleef in het huis, was het huis veel koeler dan dat op Badas. George nam zeven bedienden aan: een tuinman, een kokkie, een baboe en een viertal huisbedienden.
George had zich erg geërgerd aan de manier waarop veel Hollanders zich gedroegen ten opzichte van de bedienden. Daarom gaf hij ze goede kleding, huisvesting en een goed loon, niet tè veel, anders kwamen ze niet meer terug. De bedienden waren blij met George. Hij behandelde ze met respect en eerbied. Dat werd zeer gewaardeerd. Na de geboorte van Tjalke, roepnaam Boet, kreeg George een aanbod om te gaan werken voor de onderneming waarop ze al woonden, Soemberdadi. Een flinke loonsverhoging deed hem besluiten om over te stappen. Hoewel de administrateur van Badas het erg jammer vond, gunde hij het George van harte.
Netty verveelde zich erg op Soemberdadi. Na de geboorte van Boet vond ze eigenlijk dat er wat leven in de brouwerij van de onderneming moest komen. Op de dag dat ze het aan George ging vertellen viel er een langdurige tropische regenbui. Ze zaten op hun rotan stoeltjes op de veranda. “George?”, vroeg Netty op een slijmerige toon. George voelde het altijd al aankomen als ze iets wilde ondernemen. Dan werd haar stem overmatig vriendelijk en langzaam. “Ik wil graag een nieuwe tenniscompetitie opzetten”, vervolgde ze. “Op Soemberdadi zijn maar matige tennisbanen en er is geen gebouw voor nevenactiviteiten.” George keek zeer bedenkelijk. Hij wist het al. Werk aan de winkel.
Verzoeken van Netty kon je niet weerstaan. Dat had hij wel eens gedaan, maar de gevolgen waren meer dan verschrikkelijk. Ze ging je negeren en keek dan dagenlang de andere kant op. Het had geen zin om niet op haar verzoek in te gaan. “Ik zal kijken wat ik kan doen”, sprak hij en zuchtte diep. Netty nam nog een slokje van haar net geserveerde drankje. Ze legde haar voeten op de tafel en keek tevreden. Zoals afgesproken liet George, in overleg met de administrateur, een tennisbaan bouwen. Zoals altijd bemoeide George zich intensief met de bouw. Elke avond werd alles grondig geïnspecteerd.
Sim in de armen van Netty
Geboorte aangifte van Sim
Enkele maanden later waren de baan en het huisje af en kon het tennissen beginnen. De dames van de onderneming waren er zeer content mee. Om zichzelf te verwennen kocht George een nieuwe Ford. Een veel luxere met een gesloten cabine. Hij vond, dat hij dat verdiend had. Netty een tennisbaan en George een auto. Op Soemberdadi was de rust teruggekeerd. Ook ging Netty lesgeven aan de kindertjes van de lagere school op de onderneming. Zij had de kweekschool gedaan en was een strenge, maar goede lerares.
Nadat George in Nederland met verlof was gegaan bij het 21ste regiment, wilde hij zijn diensttijd bij het leger graag voortzetten in Indië. Het ministerie van oorlog gaf hem toestemming om als Nederlands militair te dienen bij het Koninklijk Nederlands Indisch Leger. Hij maakte geen onderdeel uit van het KNIL, maar werd een adviseur namens de Nederlandse krijgsmacht voor het Indische leger. Vanaf 1924 adviseerde hij de mitrailleurgroep ‘paré’, te Kediri.
De Eerste Luitenant Van der Held vervoegde zich op 1 augustus 1932 bij de tweede compagnie van de mitrailleurgroep. Samen met de kapitein en de andere luitenants bespraken ze de oefening van de volgende dag. Stafkaarten werden op tafel gelegd. De kapitein nam het woord: “Morgen gaat het gebeuren mannen. Van der Held is bij ons gekomen om adviezen te geven voor wat betreft aanvalstechnieken. Vanaf de kazerne lopen we naar de sawa’s en simuleren een aanval. Nadat de aanval is afgeslagen, nemen we een verdedigende positie in. Jullie volgen de adviezen van de luitenant op!”, zei de kapitein op strenge toon. Hij had een groot vertrouwen in George.
Na de reveille en het ontbijt traden de mannen aan op de binnenplaats. Keurig opgesteld in rijen en het geweer aan de schouder. De manschappen bestonden vooral uit inlandse mannen, de onderofficieren en officieren waren Nederlands. Nadat George de instructies had gegeven liet hij de mannen rechtsomkeert maken. De soldaten marcheerden naar de velden. Hoewel George niet van schreeuwen hield, telde hij op luide toon: “Eén twee drie vier, één twee drie vier.” De mannen hadden moeite om in de maat te blijven. Gedurende de lange mars werd het beter. Ze waren niet goed gedrild vond George.
Nadat ze bij de sawa’s waren aangekomen, liet hij de mannen één voor één de velden inrennen, het wapen in de aanslag. Al snel moesten ze door de al hoog uitgegroeide rijstplanten lopen. De dijkjes langs de randen vormden de dekking. Regelmatig riep George: “Dekking!” De soldaten namen positie in achter het dijkje, geweer in gevechtshouding. De watergekoelde mitrailleur werd opgesteld. Er mocht niet geschoten worden. Tot grote ergernis van de luitenant, was er een munitietekort door de bezuinigingen. De mannen moesten zelf schietgeluiden maken.
De bedienden op Soemberdadi
De woning op Soemberdadi
Na terugkeer op de kazerne, kwam de staf bijeen om de oefening na te bespreken. George had grote kritiek op het functioneren van het KNIL. “Jullie hebben allemaal gezien”, begon hij, “dat het gevaar uit het oosten komt. De aanval op Mantsjoerije is hier een voorbeeld van. De Japanners gebruiken infanterie in combinatie met artillerie en tanks. Bovendien hebben ze luchtsteun van bommenwerpers en jachtvliegtuigen. We hebben als infanterie geen schijn van kans tegen dit soort aanvallen. Ik pleit dan ook voor de aanschaf van Amerikaanse en Britse wapens, zoals ik eerder heb gezegd. Natuurlijk weet ik dat de regering in Nederland en het Gouvernement hier geen cent voor over hebben. Dat is echter geen reden om de wapens niet aan te schaffen. Er zit geld genoeg in Indië om hier zelf voor te kunnen zorgen. Over geld ga ik niet, maar jullie moeten met het Gouvernement om tafel om dit doel te bereiken.” De mannen om hem heen zwegen. Ze wisten ook wel dat dit een onmogelijke opgave was. Het ‘gebroken geweertje’ vierde hoogtij in Nederland. Eerder zou er bezuinigd worden op het leger, dan dat de regering dacht aan de opbouw van een modern leger. Alleen de NSB vond dat het leger versterkt moest worden. Veel mensen uit Nederlands-Indië stemden daarom later op de NSB. George vond dat een stap te ver gaan. Hij vond Mussert een schreeuwlelijk. In 1942 zou blijken dat George gelijk had, wat betreft de erbarmelijke staat van het leger. Het KNIL werd snel omvergelopen en de Japanners bezetten Nederlands-Indië, met vergaande gevolgen, ook voor George. Na de oefening ging de luitenant weer terug naar Soemberdadi. Vaak was hij op de kazerne. Niet alleen om te oefenen, maar vooral om bij zijn dienstkameraden te zijn. Regelmatig werden er tentenkampen opgericht voor officieren. Niet om te oefenen, maar vooral om onder het genot van een drankje en een sigaartje lekker bij te kletsen. In 1936 vond George het welletjes. Zijn gezondheid liet hem in de steek. Hij had zich nog wel opgegeven voor de opleiding tot hogere officier, maar dat kwam er niet meer van. Een zware longontsteking deed hem beseffen dat zijn militaire carrière voorbij was. Het speet hem zeer, maar het was niet anders. Het KNIL en de minister van Oorlog in Nederland verleenden hem in 1936 groot verlof. Dit was ook de tijd dat de familie terugkeerde naar Holland. Hij kreeg nog wel een koninklijke onderscheiding voor langdurig dienen als officier bij het Nederlandse leger.
Paps "bouwt" een tennishuisje
Uitslagen van de tenniscompetitie
Niet alleen om gezondheidsredenen besloot de familie terug naar Holland te gaan. Het echtpaar vond het ook belangrijk, dat de kinderen hun schooltijd in Nederland konden doorbrengen.
Het hele bestuur en vele ouders waren aanwezig om afscheid van haar te nemen. Haar toewijding werd geroemd, omdat zij elke keer grote afstanden moest afleggen om vanaf Soemberdadi naar Kediri te rijden. Het Wilhelmus werd gespeeld en aan het eind werd het kampvuur symbolisch gedoofd. Netty was trots op haar bijdrage aan de padvinderij.
Netty nam afscheid van het schooltje, de tennisclub en de padvinderij. Het afscheid als ‘wakker leidster’ was groots.
Een groots afscheidsgala werd voor het paar georganiseerd. Ook de resident van Kediri was aanwezig. Hij roemde vooral George’s inzet voor het KNIL. “Hoewel we het niet eens zijn betreffende de paraatheid van het leger, kan ik toch zeggen dat u, heer Van der Held, een enorme rol van betekenis hebt gespeeld voor het KNIL. Ik weet zeker dat de legergroep van Kediri veel sterker is geworden na uw komst. Ik wil u namens het Gouvernement bedanken voor uwer inzet.” Na het uitspreken van de laatste zin, door de resident, barstte een luid applaus los. George dankte het gezelschap voor de mooie en gezellige jaren.
De volgende dag werd er ook afscheid genomen van de bedienden. Ze stonden in een rij om afscheid te nemen van Netty, George en de kinderen. George had goed voor ze gezorgd. Het was een emotioneel afscheid. Iets wat bijna nooit gebeurde als Nederlanders weggingen. Het geeft aan dat George in tegenstelling tot zijn vader, erg begaan was geweest met zijn personeel.
De Ford (model Y) en het grootste deel van de meubels werden verkocht. De familie vertrok per trein naar Batavia. De Indië-tijd was voorbij.
Ontslag uit het leger 1936
Ontslag van Netty bij de padvinderij
De Ford (model Y) van de familie. Het was zoals Netty zei: “De schakel met de buitenwereld.” Ino op de treeplank.
Op de boot naar Holland tijdens het verlof
Suiker ondernemingen op Java
Copyright © All rights reserved Bart van der Held
De inhoud van deze pagina mag niet gereproduceerd of gekopieerd worden, zonder de schriftelijke toestemming van de familie van der Held
COPYRIGHT
Deze website is het geestelijk eigendom van
de Stichting Nederlands-Indië & de Indische Verhalentafel
De inhoud van deze website mag niet gereproduceerd of gekopieerd worden, zonder de schriftelijke toestemming van de Stichting Nederlands-Indië.
Copyright © All rights reserved Stichting Nederlands-Indië
&
De Indische Verhalentafel